Goa, Hampi, Ellora & Ajanta en Jaipur

Het is inmiddels 3 weken geleden sinds mijn laatste bericht en uiteraard is er weer ontzettend veel gebeurd. Dagelijks nieuwe indrukken, zowel positieve als negatieve dingen trekken in een soort roes aan me voorbij. Gebeurtenissen omschrijven zoals ze ik ze ervaar is moeilijk, en zelfs de foto's komen niet over zoals ik hier de dingen zie en meemaak. Ik zal enigszins samengevat verder vertellen vanaf het punt waar ik was gebleven.

Na een lange busreis van Kochi naar Goa werden we afgezet bij de busstand van Palolem Beach. Daar stonden we ineens, verrast dat we op deze plek afgezet werden omdat we in de veronderstelling waren dat we naar Madgaon gingen. Madgaon ligt in het midden van Goa en we hadden dus eigenlijk nog een trein terug naar het zuiden moeten pakken. Een meevaller en na een kleine wandeling van 3km zagen we de zee tussen de palmbomen door en wisten we meteen dat we de aankomende dagen niet zouden doorreizen. Dash ging het strand verkennen om een slaapplek te vinden terwijl ik onderuitgezakt van mijn banana shake sipte. Niet veel later kwam ze terug en had ze een mooie cocohut geregeld. Het was een prachtige plek. Een huisje op palen, super lekker bed met een dik matras en een veranda met uitzicht op zee.

De dagen in Goa hebben we opgevuld met strandliggen, zwemmen, de omgeving met leuke dorpjes en prachtige uitzichten op een scooter verkennen, eten, drinken en een dagtrip naar Old Goa & Panjim. In Old Goa staan oude kerken uit de Portugese tijd en in Panjim was het alsof we in een stadje in Portugal rondliepen. Het dagje rondscooteren langs de kust was super relaxed. Je kan gaan en staan waar je zelf wilt en komt daardoor op plekken die buiten de toeristische gebieden liggen. Aan het eind van de middag reden we terug naar Palolem toen we in een dorpje aankwamen waar een grote groep mensen op straat stond en de weg blokkeerde. In eerste instantie had ik niet meteen in de gaten wat er aan de hand was maar Dash sprong van de scooter af, draaide zich om en riep dat ze weg wilde. Ik keek naar boven en zag slechts enkele meters boven me een levenloos lichaam in de stroomkabels hangen. De mensenmassa was, los van een huilent familielid, opvallend stil. Het was een bizar gezicht en een bizare ervaring. Eigenlijk mijn eerste 'dode' persoon die ik van dichtbij in het echt zie en meteen op deze wijze.

Uiteindelijk zijn we iets langer in Goa gebleven dan we van te voren hadden gepland maar een kleine week later stonden we 's avonds in een dorpje te wachten op de nachtbus naar Hampi. Het was een donkere, afstanse plek en leek in de verste verte niet op een busstation. We hadden dan ook onze twijfels of we op de goede plek stonden. Iets verderop zaten een aantal toeristen onder een boom en na een kleine rondvraag bleek dat we toch echt goed stonden. Hier hebben we Mark ontmoet. Een jongen uit Oostenrijk, hij studeert al ruim 6 jaar in Australie en gaat binnenkort in Korea wonen. Na verloop van tijd kwam er een witte bus aangereden, hij maakte een korte stop en we werden enigzsins geforceerd (en afgezet met een betaling voor onze backpacks) de bus ingewerkt. Helemaal achterin de bus kregen Dash en ik ons eigen hokje waar we die nacht zouden verblijven. Het was er benauwd en het stonk naar zweet en pis. Gelukkig hadden we wel genoeg ruimte, een zacht matras en ramen die open konden. De ondergrond werd systematisch afgedekt met een kleed en na verloop van tijd deden de open ramen hun werk en raakte onze neuzen aan de geur gewend. Gedurende de reis ben ik een paar keer wakker geworden maar al met al stapte ik 9 uur later, om 6 uur s' ochtends, uitgerust de bus uit. We liepen nog in het donker met Mark mee naar zijn hostel en zijn daarna bij het riviertje gaan wachten tot het eerste bootje ons naar de overkant kon brengen. Een uurtje later staken we de rivier in een klein bootje over en na een zoektocht langs een aantal slaaplekken vonden we Nargila Guesthouse. Werderom een super chille plek met lounge area en goede muziek. De muziek werd later nog beter toen ik wat van mijn collectie met de eigenaar heb uitgewisseld. Het viel in de smaak en de hele discografie van Mushroom Jazz heeft sindsdien meerdere dagen op repeat gestaan :)

Het motto in Hampi is: 'Don't worry be Hampi' en daar hebben we ons ook goed aan gehouden. Hampi is een stadje rondom een oude en verlaten Hindu hoofdstad, en heeft veel tempels en ruïnes verspreid over de omgeving. De sfeer heeft iets surrealistisch waardoor je af en toe het idee hebt dat het allemaal nep is en op een filmset staat. Ik hoop dat de foto's dat ook een beetje laten overkomen. Sommige dagen in Hampi hebben we letterlijk doorgebracht met een boek, liggend in de kussens bij Nargila. Andere dagen hebben we een paar uurtjes samen met Mark op ouderwetse brommers de omgeving verkend. We hebben bovenop een berg de Monkey Temple bezocht en genoten van een 360 graden uitzicht over het hele gebied. Een andere dag hebben Dash en ik uren rondgestruind door de ruïnes en een heerlijk middagdutje in een verlaten tempel gedaan.

Sinds het afscheid met Ralph & Lot hebben we tussendoor nog af en toe contact gehad. Zij wilde ook nog graag naar Hampi voor ze India zouden verlaren en met een beetje geluk zouden onze wegen nog 1 avond kruisen. Het geluk was aan onze zijde en de laatste avond in Hampi waren we weer met z'n vieren. Het koste nog wel wat moeite om Ralph & Lot aan de overkant van de rivier te krijgen. De laatste bootjes vertrekken rond 6 uur 's avonds en zij kwamen pas om 8 uur bij de rivier aan. We hadden van andere mensen gehoord dat het mogelijk was om tegen betaling een illegaal bootje te regelen. Na een telefoontje van Ralph & Lot stonden we even later in het pikke donker, aan de rand van het water waar we doormiddel van hard schreeuwen contact met ze kregen. Aan hun kant was niks te regelen dus na wat onderhandelen hebben Dash en ik een bootje vanaf onze kant geregeld. In een grote rietenmand met houten peddels doemden Ralph & Lot evenlater op. Lot heeft vanuit haar perspectief eenleuk stukje op haar bloggeschreven over deze ervaring.

De laatste avond zijn we met z'n alle bij de Tipi belan. Er werd gemoedelijk muziek gemaakt, gezongen, gekaart, gepraat en gelachen. Een mooie afsluiter om het mooie Zuiden achter ons te laten en wat grotere sprongen door India te maken. Er was alleen een ding. Na een hopeloze zoektoch moest ik Hampi verlaten op een exact zelfde paar Havaianas maar dan maat 43-44. Twee maten te groot en dus niet meer bruikbaar. Ik snap nog steeds niet hoe iemand kan weglopen op slippers die twee maten te klein zijn zonder iets door te hebben. In India vind je alleen maar slippers voor 50 cent die na 2 dagen lopen alweer ingezakt zijn. Ik baalde er best van aangezien ik er, wanneer het kon, dag en nacht op liep. Dus misschien voelt iemand die op 11 juni naar Bangkok vliegt zich geroepen om een nieuw paar mee te nemen ;)

De volgende avond vertrokken Dash en ik in een rickshaw naar Hospet. Vanaf hier moesten we de trein naar Guntakal pakken om daar een overstap te maken richting Manmad. De reis vanaf Hospet naar Guntakal verliep verspoedig en na 2 uur wachten op Guntakal stapte we de sleepertrein naar Manmad binnen. Het was inmiddels 1 uur 's nachts en de trein was donker. De cabines van een sleeper zijn voor 6 mensen bedoeld. Overdag zijn er 6 zitplaatsen en 's avonds kan alles uitgeklapt worden om er 6 bedden van te maken. Toen wij bij onze cabine aankwamen schrokken we van het feit dat er geen 6 maar eerder 12 mensen lagen en ook onze gereserveerde plekken waren ingenomen. We hebben de mensen wakker gemaakt en na een moeizaam vertrek konden we eindelijk languit gaan liggen. Door alle reis uren ben ik snel inslaap gevallen en de volgende ochtend weer wakker geworden van de verkopers die schreeuwent door de trein hun eten of drinken willen verkopen.

Met de trein door India reizen is een hele ervaring. Het landschap dendert in een prettig tempo aan je voorbij, binnen de kortste keren heb je nieuwe Indiase vrienden en krijg je eten aangeboden wat je op geen enkele wijze kan afslaan. Gedurende de hele dag lopen de schreeuwende verkopers langs, wordt je wat aangestaard en is het een komen en gaan van mensen. Na een lange rit van 15 uur waren we eindelijk in Manmad. Bij de travelagent in Hampi hadden we kaartjes tot hier kunnen regelen en voor de laatste 2 uur naar Aurangabad konden we op het station een kaartje boeken. Helaas vertrok de eerstvolgende trein pas 4 uur later dus waren we genoodzaakt te wachten.

Al bij het verlaten van het perron en het binnenstappen van de centrale hal merkte ik een verschil. Het was hier droger, armer, drukker en viezer dan elke plek in Zuid-India waar ik tot nu toe ben geweest. Meteen hingen er hordes kinderen aan ons met de vraag of ze munten van onze geldeenheid konden krijgen voor een schoolproject. Mooi excuses, helaas spaart elk kind in India muntjes uit andere landen voor school. Ze waren behoorlijk opdringerig en we werden werkelijk door iedereen aangestaard. We besloten ons terug te trekken in een klein, simpel cafetje. Ook hier voelde we ons niet welkom en na een klein uur werden we er zelfs door de eigenaar uit gewerkt onder het mom dat onze trein snel zou vertrekken. Erg gezellig allemaal. Bij terugkomt op het station heb ik even goed om me heen gekeken. Ik kan je vertellen dat het geen prettig gezicht was. Blootje kindjes op het straat, zwart van de viezigheid. Ze aten viezen dingen van de straat en poepde letterlijk waar ze wilde. Sommige mensen hadden misvormingen, vieze wonden of huidaandoeningen. Ook dat hoort dus bij sommige delen van India. Daarbij staren veel mensen je met open ogen minuten, en vaak nog veel langer, aan. We waren in zware onzekerheid over de exacte tijd en perron. Er werd zeer slecht Engels gesproken en we kregen van iedereen, inclusief personeel, andere aanwijzingen en tijden. Voor het eerst tijdens de reis voelde ik me echt niet thuis en sloeg ook bij mij de sfeer om begon de stress. Manmad was een shithol waar we snel wegmoesten.

Gelukkig zijn er op de momenten dat je ze echt nodig hebt altijd fijne Indiers die je met alle liefde helpen. Bedankjes nemen ze niet aan, je bent te gast in hun land en gasten hoor je goed te behandelen. Bij het binnenrijden van de trein waren we nog steeds niet 100% zeker dat het de juiste was maar na een flinke rondvraag en gestress werden we door Sadhir en een vriend geholpen en verzekerd dat we in de goede trein zaten. De twee mannen spraken goed Engels en stonden er op dat we hun stoelen met ze deelde. We zaten erg krap maar dat nam niet weg dat we de hele reis naar Aurangabad met ze gepraat en gelachen hebben. Ze hebben al onze nodige vragen beantwoord en kregen het nummer van Sadhir voor een gratis tour door Aurangabad. Verschrikkelijk opgelucht en weer wat wijzer naam Sudhir ons na aankomst in Aurangabad door de drukte mee naar de juiste straat, hielp ons bij de slipperverkoper en wees ons de weg naar een plek voor goede guesthouses. Na een reis van 30 uur vonden we een mooie en goedkope kamer en konden we opgelucht slapen.

Aurangabad leek op het eerste gezicht een flinke verbetering ten opzichte Manmad. Toen we de volgende dag echter de Ellore caves gingen bezoeken en een rickshaw naar het busstation hadden genomen liet de stad zijn andere kant zien. Gelukkig waren de Ellora caves prachtig! Ik citeer een gedeelte uit (onze bijbel) The Lonely Planet:

'Ellora has 34 caves in all: 12 Buddhist (AD 600-800), 17 Hindu (AD 600-900) and 5 Jain (AD 800-1000). The grandest, however, is the awesome Kailasa Temple. The world's largest sculpture, hewn top to bottom against a rocky slope by 7000 labourers over a 150-year period. Dedicated to Lord Shiva, it is clearly among the best that ancient Indian architecture has to offer'

Na een lange dag wandelen in de hitte over deze bijzondere plaats, en de ene mooie grot na de andere bezocht te hebben vonden we in de avond een restaurant met het lekkerste Indiase eten tot nu toe. We zaten buiten op de patio te genieten. India was ineens toch niet meer zo erg en de nare gevoelens over Manmad en de mindere kant van Aurangabad waren weer vergeten. Zo snel kan het gaan. De volgende dag was het tijd voor de Ajanta caves. Wat ik daar heb gezien was, voor mij onverwachts, nog veel indrukwekkender dan de Ellora caves.

'Fiercely guarding its horde of priceless artistic treasures from another era, the 30 Buddhist caves of Ajanta could well be called the Louvre of ancient India. Much older than Ellora, its venerable twin in the World Heritage Sites listing, the secluded caves date from around the 2nd century BC to the 6th century AD and were amongst the earliest monastic institutions to be constructed in the country. Upon being deserted, the caves were soon reclaimed by wilderness and remained forgotton until 1819, when a British hunting party led by officer John Smith stumbled upon them purely by chance.'

De trip naar deze adembenemende grotten was de omweg en alle moeite meer dan waard geweest. Met goede moed hebben we het midden van India achter ons gelaten en zijn met de Jaipur Express, een treinreis van 30 uur, naar Rajasthan vertrokken. We moesten echter nog een keer overstappen in, je raadt het al: Manmad... Deze keer besloten we niet naar de centrale hal te gaan maar naar de overkant. Anderhalf uur lang hebben we in een heel ander Manmad gezeten dan onze vorige ervaring. Mensen zagen er verzorgder uit, niemand viel ons lastig en we werden niet meer zo lang aangestaard. Een half uur voor vertrek liepen we naar het perron. We wisten dat het perron 1 of 2 moest zijn, dus heel veel stress leek niet nodig. Beneden bij de trap hing de passagierslijst aan een paal. Onze namen en stoelnummers stonden er netjes op. In Hospet stonden we er nog op als REIDA & ISCHA BIETEN, in Manmad was dat als REIDA & ISCHA VENTER. Vooral om de laatste heb we erg hard lachen.

De trein naar Jaipur had om 18:00 moeten vertrekken vanaf spoor 1. Om 18:00 was er echter nog geen teken van ons treinnummer te bekennen. Abhay zag blijkbaar onze nood en vroeg ons welke trein we moesten hebben. Gelukkig had hij dezelfde trein en zaten we zelfs in dezelfde coach. De tijd verstreek en de trein kwam maar niet, er werd ook niks in het Engels omgeroepen en borden gaven niks aan. Er kwamen allemaal andere treinen op ons perron binnen en er werd van alles in het Hindi rondgeroepen. Mensen liepen naar andere sporen en ook Abhay werd iets onrustiger. Uiteindelijk was het maar goed dat we 2 uur met Abhay hebben kunnen doorbrengen. Een nieuwe trein, blijkbaar die van ons, kwam binnen op spoor 2 en we werden geseind dat we konden instappen. Hoe we dat in godsnaam zonder hem hadden moeten weten is me nog steeds een raadsel. Abhay heeft ons overduidelijk een tweede Manmad drama bespaard. Helaas kon hij ons niet helpen met de staat waarin de coach verkeerde. Precies die van ons was een oude versie, niet goed schoongemaakt, vol met kakkerlakken en een muis. We moesten het er mee doen en het feit dat we na de reis in het noorden zouden zijn maakte voor mij veel goed. Dash bleef gedurende de reis op haar hoede en heeft veel geslapen.

Mark, de Oosterijker die we in Goa hadden ontmoet, tipte ons in Hampi over het guesthouse Vinayak in Jaipur. Naar eigen zeggen was het zijn mooiste kamer in India tot nu toe en dichtbij het treinstation. Het treinstation Jaipur staat bekend om een overload aan vervelende rickshaw drivers die je van alles wijsmaken voor geld en commissie bij hotels waar ze voor werken. Aangezien we in de avond en het donker aankwamen hadden we van te voren een kamer bij Vinayak geboekt. Tijdens de treinreis kreeg ik netjes een telefoontje met de vraag hoe laat we in Jaipur aankomen voor een gratis pick-up. Op deze manier zou het irritante rickshaw schouwspel ons bespaard blijven. We werden opgehaald door Rafik. Zonder twijfel de liefste rickshaw driver van heel India! Hij bracht ons veilig en beheerst door de verkeersdrukte.

Mark had niet gelogen, Vinayak was geweldig. Een grote schone kamer met hoog plafond, Indiase muurschilderingen, Indiase stoeltjes, een KINGSIZE matras waar je makkelijk met 4 personen op kan slapen, een badkamer met warm water, wifi, ontzettend aardige eigenaren en een rooftop terras met een koud biertje. En dat alles voor nog geen 5 euro per persoon. Wat kun je je na z'n reis nog meer wensen? De volgende dag in Jaipur hebben we uitgeslapen, de was weggebracht, wat rondgelopen, gegeten en ons in de avond 50 minuten lang laten verwennen met een Ayuverdische massage. Vanaf de rooftop hadden we een mooi uitzicht over deze grote Indiase stad en waren we weer in een totaal andere wereld. De tweede dag hebben we Rafik opgebeld voor een dagtour langs alle bekende sights van Jaipur. Hij kende de goede plekjes, legde veel dingen uit en reed ons de hele dag naar alle main sites. Onder andere de Old Town (pink city), City Palace, Jantar Mahal, Hawa Mahal en het Amber Fort. Bij terugkomst in het guesthouse kregen we onze privatebus tickets naar Pushkar en konden we de volgende ochtend de grote stad uit.

Gistermiddag zijn we aangekomen in Pushkar. Pushkar is een klein stadje rondom het Pushkar Lake en is een heilige plek voor Hindu's. De aankomende dagen verblijven we in ChaCha's Garden. Het wordt gerunned door een Indiase man en zijn Engels vrouw. ChaCha's is een klein guesthouse met 5 kamers die allemaal aansluiten op de binnentuin, we hebben zelfs twee landschildpadden als huisdieren. Vin, hun oudste zoon van 3, loopt hier de hele dag rond en is veeeeel te slim voor zijn leeftijd. Het klikt goed met ons, hij vertelt enorm veel verhalen, en zo nu en dan worden we getrakteerd op zandgebakjes, zandpizza's of zandchai. Zijn zusje Siddhi, een baby van 9 maanden, is een prachtig klein meisje. Ik ben erg onder de indruk van de gezelligheid en blijheid bij dit jonge gezin.

Gisteravond zijn we richting het meer gelopen om te kijken of en wat er te beleven valt in Pushkar. In de straten achter ons werd Shivatri gevierd, een Hindu festival met veel muziek en zang die met veel te harde decibellen door de boxen knalt. Voor Indiers kan muziek, televisie, mobieltjes of lekker je neus en keel ophalen en op straat roggelen nooit hard genoeg gaan. Het was gezellig druk, er waren leuke cafetjes (ondanks het alcohol verbod) en veel rokende (oude) hippies die ik in Goa of Hampi had verwacht maar niet gezien. De sfeer is heel ontspannen en ik besef me weer goed waarom ik grote steden tijdens mijn reis zoveel mogelijk wil beperken. We hebben 's avonds nog even bij Lake Pushkar gekeken, thee gedronken en pinda's gegeten. Die avond kon ik al meteen besluiten dat Pushkar een van de leukste plekken in India is waar ik tot nu toe ben geweest.

Vandaag was het nog steeds een heilige dag en hebben we bij de Ghats bloemetjes geofferd voor goed geluk. Na een kleine ceremonie, een stip op mijn voorhoofd en een 'Pushkar Passport' (klein geluksbandje) om mijn pols heb ik al het beste voor mijn lieve familieleden en vrienden gewenst. We blijven hier nog even en vertrekken daarna naar Jodphur, de blauwe stad. Na Jodphur gaan we naar Jaisalmer voor het bekende fort en een camelsafari met overnachting onder de sterrenhemel van de Thar-woestijn. Vanaf Jaisalmer willen we een slaaptrein regelen naar Delhi of Agra. We zijn er nog niet helemaal uit of we naar Delhi gaan. Aan de ene kant moet je Delhi eigenlijk gezien hebben en ben ik heel benieuwd naar de Lotus Temple, aan de andere kant begint het idee van een volgend nieuw land ook steeds meer te kriebelen. Daarbij staan de Taj Mahal in Agra en de heilige stad Varanasi ook nog op ons lijstje. Wat de route ook wordt, het zal weer een interessant en nieuw hoofdstuk van de reis door India worden.

Natuurlijk horen er bij 3 weken reizen ook foto's. Het zijn er best veel en daarom opgedeeld in 2 mappen:Goa & Hampi, enEllora & Ajanta en Jaipur.

Enjoy!

Munnar

De busrit naar Munnar begon stroef. Het was warm en ik zat samengeperst tussen Dash en een Indiase vrouw met een baby'tje. Mijn billen begonnen als een houten plank aan te voelen en ik kon alleen maar denken aan hoe ik de aankomende uren in deze positie moest gaan overleven. Uiteindelijk ben ik toch even inslaap gesukkeld en toen ik wakker werd reden we in een nieuwe omgeving. De drukke en benauwde stad had plaats gemaakt voor smalle wegen met veel bochten, bergen en dalen, watervallen, jungle achtige natuur en aapjes. Ondanks dat ik in een bus zat was het verschil in zuurstofkwaliteit meteen merkbaar. De bussen hier hebben geen glas in de ramen dus het tocht lekker door. Na een lange stijle weg met een aantal lastige bochten verschenen de eerste uitgestrekte theeplantages. Het is lang geleden dat ik zo onder de indruk ben geweest van een uitzicht. Een strak blauwe lucht, golvende theeplantages over bergen en heuvels, mooie bloemen en wat verdwaalde theeplukkers.

De volgende ochtend besloten we, voor we aan het ontbijt zouden beginnen, een korte wandeling te maken om van het uitzicht te genieten. Na een zijpadje en een korte klim stonden we op de top van een heuvel die uitkeek over de vallei waar Munnar in ligt. Het is ongelooflijk dat je met een paar uur rijden vanaf de zee letterlijk in de bergen zit. In de avond en vooral 's nachts is het hier ook een stuk koeler. Mijn schoenen, trui en lange broek zijn dus gelukkig niet voor niks ingepakt.

Tijdens mijn bezoek aan een internetcafe zijn Ralph & Dash aan de praat geraakt met Benoy. Benoy is yogaleraar en geeft elke ochtend en avond een gratis uurtje yoga. Na een kort gesprek nodigde hij ons uit om mee te gaan naar zijn huis in Thokkupara. Er zou die avond een groot Christelijk festival zijn en we mochten bij hem thuis overnachten. We hadden geen idee waar we aan begonnen maar we zijn als een gek onze spullen gaan inpakken om op tijd uit te kunnen checken bij het hotel en de bus te halen. De backpacks konden we achterlaten en met een kleine gevulde rugzak reden we in een jeep (bus gemist) richting Thokkupara.

Benoy woont in klein, maar leuk, huisje met zijn vader, tante, twee broers + vrouwen en twee kleine kinderen. Uit de omliggende bomen en planten werden wat vruchten geplukt. We kregen cacao (wist ik ook niet maar de bonen zitten in een grote gele vrucht en zijn heerlijk zoet aan de buitenkant), kleine komkommertjes en sliertjes nootmuskaat. Na een heerlijke lunch van curry, parotta en thee nam Benoy ons mee om het dorpje te verkennen. De eerste stop was het lokale Toddy cafe. Een cafe is overigens een groot woord, het was niet meer dan een schuurtje van wat hout en metalen platen. Binnen zaten wat mannetjes een wittig drankje te drinken en buiten lag er eentje te slapen. Speciaal voor ons werden twee bankjes en een tafeltje buiten gezet met 3 grote flessen Toddy. Toddy is 100% natuurlijk sap uit een speciale boom. Het wordt 's ochtends uit de boom gehaald en schijnt dan zoet te smaken. Wij waren hier echter in de middag en dan heeft de gisting enigszins zijn intreden gedaan. Nu viel het kwartje waarom iedereen zo vrolijk was en er eentje uitgebreid lag te slapen. Toddy is veel minder sterk dan een biertje, maar als je er genoeg van drinkt heeft het blijkbaar hetzelfde effect. De mannetjes in en rondom de schuur vonden het prachtig dat wij er waren. Sommige keken nieuwsgierig maar voorzichtig om het hoekje, anderen kwamen omstebeurt gedag zeggen of een hand geven. Ze probeerden lachend wat dingen te vragen en er was er zelfs een die zijn kleine dochtertje heeft gehaald om aan ons voor te stellen. Na een goede chill sessie in een oerwoudachtige omgeving zijn we naar het plaatselijke weeshuis gelopen. Al voor we goed het terrein hadden betreden stormde een groep kinderen op ons af. Na een warm onthaal waren vooral de zonnebril van Ralph en mijn fototoestel erg interessant. We hadden verder niks bij ons maar besloten om de volgende ochtend terug te komen en wat snoepjes voor de kinderen mee te brengen. Diezelfde avond zijn we naar het Christelijke festival gegaan. Tijdens de (te) lange ceremonie werden we door de priester uitgenodigd om thee te komen drinken. Na een leuk gesprek vertrok hij weer naar de ceremonie en kwamen twee nieuwsgierige nonnen even buurten. Na afloop van de ceremonie begon de processie buiten. Een stoet van honderen mensen met kaarsjes, versieringen en een trommelband liep door de straten van Thokkupara om uiteindelijk af te sluiten bij de grote fontijn voor de kerk.

Na afloop van het festival zijn we terug gegaan naar het huis van Benoy. Opa zat op de bank met de kleintjes televisie te kijken en de vrouwen waren aan het koken. Op een gegeven moment kwam Benoy met een ondeugend gezicht naar me toe en verluisterde in me oor, 'I've got wine in the backyard. You want some?' Even dacht ik dat ik het verkeerd had verstaan maar toen ik hem aankeek wist ik dat hij het meende. Onderweg naar buiten zei hij tegen Ralph, 'Come, i'll show you the kitchen'. Ralph liep enigszins verbaasd mee, maar toen de achterdeur van de keuken dicht ging en Benoy een klein flesje drank te voorschijn haalde schoten we met z'n drieën in de lach. Ik vroeg Benoy waarom het allemaal zo stiekem moest. Het bleek dat er in huis niet meer gedronken mocht worden omdat zijn vader jarenlang veel dronk en nu gezondheidsproblemen heeft. Dash, Lot en een broer van Benoy kwamen er even later ook bij zitten. Het was een mooie avond en we besefde ons allemaal maar al te goed dat we een bijzondere dag hebben gehad die je als toerist in India niet snel zal meemaken.

De volgende dag heeft Benoy ons op de bus gezet en bij terugkomst in Munnar hebben we een Sunrise Trekking geboekt. De ochtend daarna werden we om 05.30 met een Jeep opgehaald. Het was nog stil, koud en donker en na een chai tea met koekjes vertrokken we in de richting van Chokramudi. Chokramudi is met meer dan 2500 meter de op één na hoogste berg van Zuid-India. Toen we aan de klim naar de top begonnen verscheen in de verte langzaamaan een rode, rozige, blauwe gloed achter de toppen van de bergen (zie foto's). De lucht werd merkbaar wat ijler en na een aantal pauzes met adembenemend uitzicht over theeplantages, dorpjes, rivieren, valleien en andere bergen konden we onze warme kleren uittrekken om aan het laatste gedeelte van de beklimming te beginnen. Onderweg we hebben nog 7 bergbokken gezien, volgens de gids hadden we geluk aangezien er maar 57 op deze immense berg en omgeving leven. Rond 10:00 hadden we de top van de berg bereikt en werden we getrakteerd op een heerlijk ontbijt van bananen, passievruchten, sinaasappels, watermeloen, chico's en chocolade koekjes. Het is bizar als ik nu terugdenk aan het feit dat we boven op de berg, boven het wolkendek wat rechts van ons lag en met een prachtig 360graden uitzicht, hebben ontbeten. Na de afdaling werd de trekking met een wandeling door de theeplantages afgesloten om uiteindelijk op de hotelkamer uitgeput inslaap te vallen. De rest van de dagen in de bergen hebben we lekker gegeten en de omgeving van Munnar uitgebreid verkend.

Onze originele planning is inmiddels een klein beetje aangepast. Het Periyar Wildlife ligt niet meer op de route dus hebben we gekozen voor een overnachting in een boomput in Chinnar Wildlife. Bij de kruising van twee rivieren, tevens de grens van Kerala en Tamil Nadu, hebben we de avond doorgebracht bij een kampvuur. Vanaf het moment dat het donker werd was onze gids constant op zijn hoede en met een zaklamp de duisternis aan het verkennen. Het pad onder onze boomhut kan 's nachts en vroeg in de ochtend een doorgang zijn voor olifanten en andere dieren. Dit bracht uiteraard een bepaalde spanning (en gevaar) met zich mee waardoor de gids ons op een bepaald moment naar de boomhut heeft gestuurd.

Vandaag (28-01-12) is onze laatste dag met Ralph & Lot. De planning van Ralph & Lot is om het zuiden en dan vooral Tamil Nadu te verkennen om uiteindelijk over een kleine maand naar Bangkok te vliegen om vervolgens door te reizen naar Myanmar. Dash en ik pakken morgenochtend om 06:00 de bus naar Ernakulam. Vanaf daar vertrekt om 13:00 een privebus naar Goa. Met de 4 uur naar Ernakulam en 17,5!! uur naar Goa wordt het een pittge reisdag, maar maken we wel een sprong(etje) op de landkaart van India. De dikke twee weken met Ralph & Lot waren een vakantie op zich en erg gezellig. Het zal voor ons alle vier wel even raar zijn om op te splisten en weer als koppel verder te gaan. Ondanks dat, kijk ik er naar uit om samen met Dash een nieuw avontuur in te duiken. De planning voor de aankomende twee weken:

Goa
Hampi
Ajanta Caves

De relaxte Backwaters & Kochi

Het is een week na mijn laatste bericht en ik heb alweer extreem veel meegemaakt. Om mijn exacte gevoelens en details van alle gebeurtenissen en momenten met jullie te delen zou ik elke dag iets bij moeten houden maar ik merk dat ik dat lastig vind. Ik doe het daarom op een andere manier. Wanneer ik de inspiratie heb probeer ik voor mijn verhaal terug te gaan in de tijd om de afgelopen dagen te beschrijven.

Na een goede chill periode in Varkala was het tijd om deze fijne plek te verlaten en verder te gaan. Met de backpacks op de rug namen we de trein en na een korte rit van ongeveer 30 minuten stonden Ralph & Lot ons op te wachten op het treinstation van Kollam. Het was erg grappig om twee bekende (blanke) gezichten te zien tussen een massa onbekende (donkere) Indiers. We hadden honger en genoeg om over bij te praten dus we besloten om snel te gaan lunchen. Bij het restaurant op het station van Kollam kan je onbeperkt Thali eten voor maar 30 cent. Ondanks dat ik pas kort van huis ben was het fijn om weer Nederlandse gesprekken met andere mensen te voeren. Ik kan me prima in het Engels redden maar echt goede gesprekken en de juiste woorden vinden kan soms nog lastig zijn. Het is waarschijnlijk ook vooral een kwestie van inkomen omdat ik normaal gesproken niet zoveel Engels praat.

Kollam was voor ons niets meer dan een tussenstation naar de Backwaters. Het is een stad waar niks te doen is en slechts een handjevol buitenlanders rondlopen. Na het droppen van onze backpacks en een snelle douche zijn we dan ook meteen een wandeling gaan maken richting de opstapplek voor de Houseboats om informatie op te vragen. We wisten van te voren dat er een flink prijskaartje aan dit uitstapje zou hangen maar uiteindelijk hebben we toch een mooie deal voor 4 personen kunnen sluiten: pick-up & drop-off bij ons hotel, een kanotocht van 3 uur door de smalle watertjes van Monroe Island en een overnachting op onze eigen Houseboat met diner, thee en snacks.

Diezelfde avond bracht de zoektocht naar een koud biertje, kan hier soms nogal lastig zijn, ons bij een donkere en viezige bar. Los van de plekken waar toeristen komen kennen ze hier het concept van een gezellig café niet, al moet ik zeggen dat het ook wel weer een bepaalde charme heeft. Dash en Lot waren letterlijk de enige vrouwen en we werden in het begin ook een beetje vreemd aangekeken. Uiteindelijk hebben we een super gezellig avond gehad en was dit ook de plek waar ik voor het eerst in aanraking ben gekomen met de interesse van de Indiers in buitenlanders. Het was niet geheel ongebruikelijk dat iemand me een hand kwam geven of gewoon even zijn hand op mijn schouder legde om vervolgens heel enthousiast terug te lopen naar zijn vrienden die vervolgens hetzelfde kwamen doen.

De volgende dag, voor de pick-up naar Monroe Island, hebben we de Indian Coffee House ondekt. Een plek waar de bedieners in mooie witte pakken met bijpassende hoeden en versiersels rondlopen, heerlijke koffie en zeer goed eten serveren voor extreem weinig geld. Al snel kwamen we erachter dat er meerdere Indian Coffee Houses in Kerala zitten. Nu een week later is het bijna een soort sport geworden om te ontbijten, of lunchen, bij het koffiehuis van de stad waar we verblijven. Het is onze favoriete eetplek en maken zelfs al grapjes om het te introduceren in Amsterdam.

De kanotocht op een traditionele boot door de kleine watertjes van Monroe Island was fantastisch. In een heel rustig tempo roeide de 'kapitein' ons langs kleine dorpjes, tempels, bruggetjes, primitieve garnalenkwekerijen en super mooie natuur. Onze kapiteit, een jonge student van 19, is opgegroeid op Monroe Island. Hij sprak goed Engels en kon ons veel over de mensen, geschiedenis en omgeving vertellen. Uiteindelijk heb ik zelf ook een peddel gepakt en ben ik voorop de boot gaan zitten om mee te helpen bij de lastige bochtjes. Van zulke momenten kan ik dus echt genieten :) Na de tocht door Monroe Island hebben we ons weer laten afzetten bij het treinstation van Kollam om nogmaals misbruik te maken van de spotgoedkope Thali's.

Aan het eind van middag was het tijd voor de Houseboat. Je zou het eigenlijk even op Google moeten opzoeken om een beter idee te krijgen hoe zo'n boot eruit ziet. Onze boot had 2 slaapkamers, een keuken, achterdek met kussens en een bovenverdieping voor een prachtig uitzicht op de Backwaters. Dit alles met 3 crewleden speciaal voor ons: kok Manoj, hulpje Shiva en de kapitein zonder naam. Na een heerlijk avondmaal en een betoverende zonsondergang achter de palmbomen werd de boot midden op een meer aan een paal vastgelegd voor de overnachting. Het speakertje wat ik heb meegenomen kwam nu voor het eerst goed van pas en later op de avond werden we zelfs getrakteerd op vuurwerk afkomstig van een Hindu festival. De volgende ochtend zijn we op de ferry naar Alleppey gestapt. Het was een relaxte boottocht van 8 uur langs vissernetten, kleine huisjes, zwaaiende kleine kindjes en wederom prachtige natuur. Ons nieuwe verblijf, 2 vrij luxe huisjes, hebben we op de ferry geregeld en voor we het wisten lagen we na een lange dag reizen alweer te slapen op een heerlijk dik matras.

Ons hotel had een aantal fietsen staan die we gratis konden pakken. Een mooie manier om aan de drukke straatjes van Alleppey te ontsnappen en het omliggende gebied te verkennen. Het is moeilijk te omschrijven maar fietsen door India is echt leuk! Je komt op plekken waar je anders niet zo snel komt en kan lekker je eigen weg gaan. Na een uitgebreide pauze bij een super deluxe resort zijn we naar het strand gefietst. Het was een wilde zee met grote golven en de kustwacht besloot de groep Indiers naast ons eruit te halen, wij werden echter met rust gelaten. Ralph en ik vermaakten ons als kleine jongetjes in de meters hoge golven en bleken uiteindelijk een leuke attractie te zijn voor verschillende Indiers langs de kust. Na het rennen, springen, omgebeukt worden door de golven en zwemmen werden we door lokale jongeren uitgenodigd om te frisbeen. Ze gooien niet op een normale manier naar elkaar over maar met een harde worp richting de zee. Door de wind en een bepaalde werptechniek komt de frisbee uiteindelijk met een curve terug richting het strand en wordt hij, al dan niet met een snoekduik, weer opgevangen. De jongens stelde veel vragen maar wilde vooral dat ik ook goed zou kunnen gooien. Na een aantal tips en meerdere pogingen had ik de worp ook onder de knie en werd er luid geapplaudiseerd.

Alleppey was als strategische plek gekozen om via een overstap in Kottayam door te reizen naar het Periyar Wildlife Resort. Na een busreis van 2 uur bleek bij aankomst in Kottayam dat er staking was bij alle bussen richting Periyar. We hadden de keuze om te wachten tot de volgende dag of ons plan aan te passen. Na wat overleg tijdens de lunch bij de plaatselijke Indian Coffee House ;) besloten we de geplande trip naar Periyar, Munnar en Kochi in omgekeerde volgorde te doen.

Kochi is een grote stad langs de kust van Kerala met veel Portugese en Nederlandse geschiedenis. De stad bestaat uit verschillende grote eilanden en wij hebben de afgelopen dagen op het eiland Fort Kochi doorgebracht. In het noorden van dit gedeelte kan je bij de vissers de vangst van de dag kopen en voor een kleine vergoeding bij de restaurantjes laten klaarmaken. Na wat onderzoek en onderhandelingen hebben we een complete verse tonijn gekocht. Het uiteindelijke resultaat waren 8 grote heerlijk gebakken tonijnbiefstukken, de lekkerste maaltijd in India tot nu toe! Om teveel jaloezie te voorkomen zal ik de prijs die we hebben betaald maar niet noemen.

De volgende dag hebben we een uitgebreide wandeling door de mooie straatjes van Jew Town gemaakt en de grootste synagoge van Azië bezocht. Na een bezoek aan het Dutch Palace wilde we ook graag de Dutch Cemetery zien, een plek die normaal gesproken voor publiek gesloten is. Gelukkig hadden we in de Lonely Planet gelezen dat ze soms uitzonderingen maken. Aangezien wij vier erg lieve Nederlanders zijn en de teksten op de graven kunnen lezen werd er na wat bellen voor ons een uitzondering gemaakt. Bij aankomst heeft een oud tuinmannetje het hek opengemaakt zodat we vrijuit rond konden lopen over deze aparte begraafplaats.

Als ik de landkaart van India bekijk is de zuidelijke staat Kerala maar een klein gedeelte van dit immense land en zelfs van deze provincie hebben we nog niet eens de helft doorgereisd. India is nu al een fascinerend terwijl ik me besef dat er nog zoveel gaat komen. Het is pas de 11e dag maar het voelt alsof ik al een dikke maand weg ben. Iedereen hier ligt al te slapen en morgen vroeg vertrekken we met de bus naar Munnar, een plek waar ik sinds het begin echt naar uitkijk. Het schijnt een idyllische plek te zijn met bergen, watervallen, bijzondere dieren en theeplantages. Dit gebied gaan we doormiddel van een roadtrip op scooters verkennen. Ook hier kan wederom een snelle Google zoekactie kan geen kwaad. Ik ben benieuwd wat deze nieuwe plek allemaal gaat brengen, het wordt in ieder geval weer een heel ander India dan ik tot nu toe heb gezien...

________________________________________________________________________
Plekjes om te onthouden: Monroe Island, Backwaters, Indian Coffee House, Gowri, Alleppey Beach, Dutch Cemetery, Chennat Homestay

De eerste stapjes in Kerala

De afgelopen dagen zijn snel gegaan. Ik voel me hier helemaal thuis maar het is bijna tijd om deze relaxte plek te verlaten. De dagen in Varkala bestaan uit niet zoveel doen en het is een heerlijke plek voor de opstart van de reis. We slapen uit totdat we wakker worden, ontbijten in de achtertuin, maken een wandeling langs de mooie cliff en liggen even op het strand. De Arabische Zee heeft een heerlijke temperatuur, goeie golven en is niet te zout.

In de avond wordt bij de restaurants langs cliff de vangst van de dag tentoongesteld op tafels met ijs. Aan het eind van de horizon zie je honderden lampjes van vissersboten die alweer bezig zijn met de nieuwe ronde. De variatie op de tafels is divers, van tonijnen en vreemde rode vissen tot grote barracudas en serieuze zwartvissen.

De Indiers in Varkala zijn, los van de verkopers bij de kraampjes, totaal niet opdringerig en altijd bereid om je te helpen. Waar ik nog wel een beetje aan moet wennen is de bekende 'Indian head shake'. Ze bewegen hun hoofd als een Ja en Nee tegelijk en geven daarmee aan je te begrijpen en dat er geen probleem is. Ik kan er niks aan doen maar de tekst 'Wiggle Wiggle' uit het nummer Don't Stop (Wiggle Wiggle) van The Outhere Brothers schiet telkens door mijn hoofd bij het zien van deze beweging.

We hebben twee Italianen ontmoet met wie het goed klikt. Frederico heeft in Brussel gestudeerd, woont inmiddels alweer 5 jaar in London en werkt als producer en dj. Al snel kwam ik erachter dat we redelijk dezelfde muziek smaak hebben en naar dezelfde soort feestjes gaan. Daniele heeft 3 maanden stage gelopen in de provincie Rajasthan en een interessant fieldresearch gedaan onder groepen vrouwen die met behulp van microkrediet en elkaars hulp proberen te overleven. Van Daniele heb ik ook mijn eerste Indiaase muziek gekregen, Water down the Ganga.

Suriya, een Zweedse Yoga leraar die ook in dit guesthouse verblijft voor een speciale training heeft ons tips gegeven voor goede massages. Usja is een expert in Ayurvedische massage en Ushri beoefent een traditionele Indiaase vorm van voetmassage. Dash ging voor de Ayurvedische massage maar ik heb voor Ushri gekozen. Ushri, een lief oud Indiaas mannetje zonder tanden, werkt bij Shiva Garden en spreekt geen woord Engels. Hij masseert je hele lichaam op een bijzondere manier met zijn voeten en olie. Deze techniek past hij al 46 jaar toe en de fijne kneepjes heeft hij van zijn voorouders geleerd.

Inmiddels hebben we ook contact gehad met Ralph & Lot. Om elkaar op een geschikte plek te ontmoeten zijn we een dagje extra in Shiva Garden gebleven. Aangezien alle kamers en dorms inmiddels volgeboekt waren heeft de eigenaar een tentje voor ons geregeld op het dak. Vanmiddag vertrekken we met de trein in noordelijke richting naar Kollam waar we Ralph & Lot gaan zien. De afgelopen dagen hebben zij een lange reis afgelegd vanuit Ahmedabad. Het plan is om de aankomende twee weken samen met hun op een Houseboat de Backwaters van Kerala over te varen en hier te overnachten. Daarna gaan we naar het Periyar Wildlife Sanctuary. Ik hoop dat we bevoorrecht zijn en een olifant, tijger of luipaard kunnen spotten. Na een bezoek aan dit Wildlife park gaan we richting Munnar om op een scooter de prachtige theeplantages en bergen te verkennen. Vervolgens reizen we terug richting de kust naar de stad Kochi. Deze stad heeft veel Portugese en Nederlandse invloeden en staat bekend om Fort Kochi, ook wel het Dutch Palace genoemd. Hieronder wat links om een beetje in de sferen van het eerste tripje te komen:

Backwaters
Periyar Wildlife Sanctuary
Munnar

Na een 'korte vakantie' in Varkala is er zowaar een plan voor de eerste echte verkenningstocht...

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Plekjes om te onthouden: Shiva Garden, The Bohemian Masala, Johnny Cool, Rock 'n Roll Cafe, Milestone.

Varkala

Na een lange reis en een dag vol bijzondere indrukken lig ik eindelijk onderuit op grote kussens met een chai tea en ontspannen Indiaase muziek op de achtergrond. Als ik terug denk aan de heenreis besef ik me dat het in een waas aan me voorbij is getrokken. Het afscheid op Schiphol deed meer met me dan ik van te voren had gedacht. Nu pas besefde ik me dat ik papa, mama, de kleintjes, vrienden en alle andere lieve mensen 8 maanden niet zou zien.

Na een perfecte reis met een overstap in Parijs sta ik ineens samen met Dash bij de paspoortcontrole in Bangalore. Een ultra modern vliegveld in het zuiden van India met alle voorzieningen die je kent van de grotere vliegvelden in Europa. Hier moesten Dash en ik 6 uurtjes zien te overleven tot onze binnenlandse vlucht naar Trivandrum zou vertrekken.

Onze backpacks kwamen meteen van de band gerold dus we waren al snel onderweg naar buiten voor koffie en sigaretten. Gelukkig gaat het vliegveld van Bangalore 24/7 door dus alles was gewoon open. Voor we het wisten waren we alweer ingecheckt voor de vlucht naar Trivandrum. Aangezien we met zo weinig passagiers waren vertrok ons vliegtuig een dik kwartier eerder dan gepland. Voor de tweede keer binnen 18 uur zag ik vanuit het raampje de zonsopgang en na een vlucht van 1.5 uur over oneindig veel palmbomen, bergen en mooie riviertjes waren we op de eindbestemming van de vliegreis.

En dan... ineens sta je daar, in India! Warm, geen enkele toerist te bekennen en alle informatiepunten gesloten. We besloten eerst even buiten te gaan zitten om een plan te bedenken om bij ons hostel in Varkala te komen. Na een paar taxi chauffeurs afgewimpeld te hebben liepen we een zijstraat in en hebben we een mannetje gevraagd hoe we in Varkala moesten komen. Voor we het wisten zaten we in een rickshaw richting het treinstation van Trivandrum.

Het verkeer is een gekkenhuis! Auto's, brommers, motors, bussen, rickshaws en mensen verplaatsen zich als mieren door elkaar heen. We keken onze ogen uit naar de omgeving, overal mensen, vieze kraampjes, vreemde geuren, getoeter en nog steeds geen toerist te bekennen...

Na een hectisch ritje van 15 minuten werden we voor het treinstation afgezet. Gelukkig was hier wel een soort van informatiepunt en was het snel duidelijk dat er een rechtstreekse trein naar Varkala zou gaan. Treinkaartjes gekocht, aan verschillende mensen gevraagd welke trein we moesten hebben en op welke plek we konden instappen. Na wat zoeken zaten we eindelijk in de trein en konden we niet wachten om de drukke stad te verlaten. Helaas duurde het nog een uur voor de trein vertrok en een na constante stroom van Indiers reden we met een volle trein de stad uit. Als snel maakte de gebouwen plaats voor palmbomen en prachtige watertjes en na een rit van drie kwartier stapte we uit op het treinstation van Varkala.

De sfeer hier was totaal anders dan in Trivandrum. De zon scheen, er waren minder mensen en ook de eerste buitenlanders werden gespot. We waren bijna waar we moesten zijn en het voelde goed! Na wat afdingen hadden we voor 80 cent een taxi ritje naar ons hostel.We reden de poorten van Shiva Garden binnen en werden vriendelijk onthaald door Jayan. De jongen met wie ik een maand geleden goed contact heb gehad om een kamer boeken. Eindelijk waren we op de plek waar zo lang naar uit hebben gekeken! Het mag een klein paradijsje genoemd worden: Een grote tuin met hangmatten, badmintonveldje, een open huisje met lage tafels en kussens, rustige muziek, zon en palmbomen. Na het inchecken konden we eindelijk onze backpacks droppen, luchtiger aankleden en genieten van de plek waar we de aankomende dagen gaan verblijven...